Han
KAATSHEUVELS BERGHUIS Het kleine gebouw van ruwe stenen, stevig als een vierkant gehouwen rots, staat ingetogen, maar bewust en trots, mag zijn kracht met teer bloemendak verenen. Harde knuisten, opeengeklemde benen; de bobslee noodt na hortend gehots rustig te toeven bij de gaven Gods, die zich in spijshuis "De Steenbok" lenen. Door de Alpeneetzaal vol donkerbruin hout springt toonkunst van het vrolijke bergland, ruist adem uit het hoge dennenwoud. Hier schenkt de Efteling zwervend verstand: zwijgend denken reist door reine zang herbouwd tot het op wijze honingwei belandt.