Han
EFTELINGS SPOOKSLOT De vervallen burcht met gescheurde toren, wiens gehavende muren half schuil gaan onder klimop, ritselt en zucht voldaan: zijn schimmig verleden mag hem bekoren. Niets kan de grimmige kasteelrust storen. Gebroken ramen zien wandelaars streng aan. Een wijde poort geeft verlangend te verstaan: "Mijn duister vraagt, komt nodend naar voren." Daarbinnen knettert bliksem vol glanzend grijs, waarbij duivelse geesten opspringen. Stenen hekken dansen op angstige wijs. Kloosterlingen schuiven voort en zingen. Een uil op de preekstoel kijkt bezadigd wijs hoe Woord en toverkunst elkaar verdringen.